Jaar 2018-2019.
Ceramic-modellering. School of Arts, Doornik, 1e jaar.
Hallo allemaal, mijn naam is Pierre STIVAL, ik ben geboren in 1963 en ik woon in Doornik. Sinds mijn vroege jeugd (2 jaar?), heb ik al mijn zomervakanties in Vosseslag doorgebracht. Tot in de late jaren 1970 heb ik het grootste deel van de tijd verbleven in de Blekkaard.
Ik hou van fotografie en je zult me al gezien hebben met mijn camera op de wandelwegen van Park Atlantis. Ik vind het altijd leuk om terug te gaan naar Vosseslag waaraan ik prachtige herinneringen heb.
In 2018 schreef ik me in op de School voor Schone Kunsten van Doornik keramische-modeling. Gefascineerd door de Super Blekkaard structuur, had ik besloten om keramische modules te produceren, precies de bijzondere zeshoekige elementen van deze gebouwen.
Deze modules zijn gemaakt van bodemplaten met een dikte van 8 mm die vervolgens worden samengevoegd. Houten templates werden gebruikt om platen te snijden. De stukken werden voor het eerst gebakken op 980°. Zij werden vervolgens bedekt met een slip (klei) zandkleurig door middel van een schilderspistool. Dan volgde een tweede keer bakken op 1200° volgde. Het resultaat is niet perfect, maar ik ben een beginner!
Door het maken van deze stukken, had ik al het plan om hen te fotograferen in de duinen. Het eerste idee was ze in parallel te zetten met het gebouw dat hen had geïnspireerd.
De tweede idee is om niet rechtstreeks te verwijzen naar de Super Blekkaard maar de structuur precies te laten stijgen uit het zand. En zo wordt het een decor van geënsceneerde fotografie. Ik hees de modules en camera-apparatuur (een paar kilo!) op de top van de duin met een slee van mijn zoon! Het speelgoed dat u ziet in de foto’s zijn oud, zoals de metalen fietsers, die dateren uit de late jaren ’60 en vroege jaren ’70. Ze zijn gekocht in Bazaar Golf!
Ik hoop dat deze foto’s u kunnen verrassen en vermaken! Als je me ziet in Park Atlantis, aarzel dan niet om een praatje te maken. Hier is mijn e-mailadres: matenbirdo@gmail.com.
Een grote dank aan Jan Baert voor deze publicatie.
Pierre Stival
