1.De evolutie die zich in ons Park heeft voorgedaan is ontegensprekelijk zeer positief. We zijn uit een diep dal langzaam maar zeker naar boven gekropen.
De beginfase zou ik bijna bestempelen als een revolutie. Die was hard nodig, niet alleen omdat het Park materieel totaal in verval was. Maar ook omdat een gebrek aan visie en beleid er zich al die jaren had kunnen installeren en dit door de toenmalige eigenaars lijdzaam werd ondergaan. Inertie, frustratie en verzuring voerden de boventoon in het eens zo bruisende unieke vakantie Park.
Het was een onhoudbare toestand die alleen kon aangepakt worden door op zere tenen te durven trappen, maskers af te rukken en nieuwe banden te smeden met mensen die in de eerste plaats het algemeen belang wilden dienen in plaats van hun eigenbelang.
Het was een boeiende en leerzame periode op vele gebieden.
Alles kan beter
Alles kan altijd beter maar ik vind niet dat je mag zeggen dat we kansen gemist hebben. Met de mensen, de tijd, energie en de middelen die voorhanden waren, hebben we er echt wel het beste van gemaakt in zeer moeilijke omstandigheden.
De kwaliteiten (veel ruimte, weinig verkeer, parkeerplaats à volonté, een groene omgeving…..) waarover P.A. beschikt worden met de dag zeldzamer. Dat is sinds de pandemie nog duidelijker geworden. Wat zeldzaam en gewild is, zal automatisch in waarde stijgen.
2. Of we IrMi nu een typisch voorbeeld van puur “brutalisme” mogen noemen of niet, doet er voor mij niet toe. Feit is dat het een markant gebouw is uit een specifieke periode, gekenmerkt door een bepaalde ideologie. “De bedoeling van deze architectuur was het gemeenschapsleven te bevorderen”. In deze constructies waren niet alleen woonplekken maar ook restaurants, dokterspraktijken, ontspanningsmogelijkheden en winkels voorzien. “Samen wonen is samenleven” was de idee.
Vandaag zouden we dit “kernverdichting“ noemen. Leo Van Broeck, onze vorige Vlaamse Bouwmeester, is een fel bepleiter hiervan. Niet alleen de bouwstijl is vandaag terug in zwang maar ook de maatschappelijke gedachte erachter vindt weer aanhang vooral bij jongeren. Het is een stijl die ontegensprekelijk emoties opwekt en dus zowel voorstanders als fanatieke tegenstanders kent.
Kopbrekens bij IrMi
De renovatie van IrMi heeft van iedere eigenaar een belangrijk engagement gevraagd maar het is de katalysator geweest voor de aanpak van het hele Park. De renovatie heeft het toenmalig bestuur vijf jaar lang kopbrekens gekost en is verre van perfect, maar ik ben echt wel trots op het resultaat dat bereikt is.
3. Een rem om tot verbetering te komen heeft meestal verschillende oorzaken. Angst voor het onbekende is er één van. Vaak wordt verandering, onterecht als een bedreiging gezien zelfs wanneer de bestaande toestand heel slecht is
En verbetering heeft natuurlijk ook een kostprijs. Niet iedereen heeft dezelfde financiële draagkracht, de luxe, om te kunnen kiezen.
Een ander nadeel is het aantal eigenaars. Meer dan 360 verschillende mensen en meningen. Probeer daarmee maar eens op een A.V. de neuzen in dezelfde richting te doen wijzen.
Verbeteringen en aanpassingen
De syndicus zet niet bewust een rem op de verbetering in het Park, denk ik. Hij is zelf echter een onderdeel dat voor verbetering vatbaar is. Wat communicatie, accuraatheid, daadkracht en transparantie betreft is er echt wel nood aan verbetering van zijn functie binnen het Park.
4. Je kan met kleine aanpassingen soms een groot verschil maken. Ik denk dan aan eenvoudige zaken zoals:
– Het overdag afschaffen van de sleutel voor het poortje achter IrMi.
-– De poort naast de afvalchalet overdag openzetten, kost niks en zal het heen en weer verkeer aan de slagboom en door het park aanzienlijk verminderen. Na een bepaald uur s’avonds kunnen beide doorgangen eventueel terug op slot gaan.
5. Wij zijn allang eigenlijk geen echt recreatiepark meer. Ik hoop dat deze nieuwe realiteit doordringt/ aanvaard wordt bij de gemeente.
Het zich domiciliëren in het Park, mits aan bepaalde voorwaarden voor woonkwaliteit is voldaan, zou meer stabiliteit en activiteiten/ leven binnen het park brengen.
Ruimte zat
We hebben ruimte zat om zaken te realiseren. We zouden een wedstrijd kunnen uitschrijven voor jong getalenteerde architecten en daaruit een tiental projecten kunnen kiezen die gerealiseerd mogen worden binnen het Park. Toekomstgerichte kwaliteitsvolle manieren van wonen die voldoen aan de normen en behoeften van een nieuwe generatie. Dit kan alleen als de gemeente de mogelijkheid zou bieden om daar ook effectief te gaan wonen. Die mix van jong & oud zou een nieuwe dynamiek aan het Park kunnen geven. Het verleden verzoenen met de toekomst. Het lijkt me een interessant experiment.
Dit in contrast tot grote projectontwikkelaars, die we in de omgeving van het Park aan het werk zien, en die meestal enkel vanuit het standpunt van winstmaximalisatie eenheidsworst architectuur produceren…. die zou ik liever niet het park zien overnemen.
Meer natuur
6. Meer bomen op de parking van IrMi die voor meer schaduw in de hete zomers kunnen zorgen. Uiteraard een type boom dat daar specifiek voor geschikt is. Delen van het Park die we bewust laten verwilderen, die minder onderhoud vragen zodat de natuur er zich spontaan kan herstellen. Wat niet betekent dat we het Park gaan laten verwilderen. We moeten naar een evenwicht streven tussen spontaan puur natuur en functioneel groen.
Al was het maar om er ons terug bewust van te worden dat wij als mens een onderdeel zijn van die natuur zijn en dat we die niet ongestraft eindeloos eenzijdig kunnen blijven domineren.
7. Bij de renovatie van IrMi heb ik er even van gedroomd om boven op elke toren een windmolen te plaatsen in vorm en kleur zoals de molentjes die verkocht worden op de zeedijk maar dan iets groter….. Het leek mij een originele eyecatcher. Ben toen bij de gemeente gaan informeren of zoiets zou mogen. Maar kreeg als antwoord dat daarrond geen reglementering bestond….. Misschien als Panamarenko dit had voorgesteld dat die meer gehoor had gevonden…?
Humor in het Park
Met de ruimte waarover we beschikken zouden we echt wel een mini Middelheimpark…. aan de kust kunnen realiseren. Stel je voor: openluchtkunst in het Park van Vosseslag !
8. Wat mijn verblijf in het Park nog aangenamer zou kunnen maken is niet zozeer van materiële aard dan wel van spirituele. Ik zou graag een positieve ingesteldheid zien van de eigenaars, een open geest, verantwoordelijkheidszin, engagement, vriendschap en gevoel voor humor.
Het kost niks en het zou dit unieke Park die extra glans geven die het zeker verdiend.
Marc Coessens